Een stukje geschiedenis van onze 100 jarige Erelid Marius Witkamp


Deze titel is verleend na een lange periode van lidmaatschap. Dat heeft hij beëindigd omdat hij zelf vond dat z’n proefvermogen minder werd en de avondsessies een te grote aanslag deden op z’n fysiek. Gezien zijn respectabele leeftijd geen onverwachte keuze. Een afscheid is nooit gevierd, Marius is met stille trom vertrokken. Maar het boek “stilzwijgend sluiten” doet m.i. geen recht aan deze proever van het eerste uur!
Omdat Marius het enige lid is dat geen gebruik maakt van de moderne communicatie zoals mail, breng ik als secretaris persoonlijk de uitnodigingen en nieuwsbrieven langs. Een mooie combi van het nuttige en het aangename. Ondergetekende een mooi fietstochtje door het Groene Hart (Oudewater – Reeuwijk v.v.) en Marius zijn nieuws. Tijdens onze gesprekken blijkt steeds weer dat het nieuws niet ongezien in de
prullenbak verdwijnt maar met interesse wordt gelezen!


Intro: Vanaf de dag (1994?) dat ik bij het Wijngilde Reeuwijk ben aangetreden, was Marius er. Vrijwel altijd op dezelfde plek in het zaaltje van de Brug. Hij viel niet op door luidruchtig te zijn, maar meer door z’n
omschrijvingen van de wijnen. Iets wat me bij gebleven is, was de analyse van een door mij aangestelde wijn. Zonder de achtergrond te kennen van wijn en degene die ‘m had ingebracht, plaatste Marius deze gerijpte Riesling in de juiste hoek. Jarenlang was Marius “waterdrager” van onze afdeling. Dan kwam hij met z’n trolly vol met flessen Spa en zorgde ervoor dat iedereen over voldoende “spoelwater” beschikte.


Marius is geboren in 1921 als zoon van een vader die in de familiedestilleerderij te Schiedam werkte. Dit bedrijfje leverde de jenever in bulk (per vat of mandfles) aan horecabedrijven. Vanwege een ziekte van
vader is het gezin verhuisd naar Scheveningen. Met de toenmalige kennis van de geneeskunde, werd zeelucht als remedie tegen Hodgkin als enige therapie aanbevolen. De lymfeklierkanker werd uiteraard geen halt toegeroepen en vader overleed al snel. Gelukkig was er financiële steun (uit coulance) voor de achterblijvers vanuit de destilleerderij en heeft ons erelid toch de HBS kunnen afronden in 1941. Gezien z’n leeftijd was de “Arbeits Einsatz” een voortdurende dreiging. Om daar aan te ontkomen heeft een familielid “Marius” uit de gemeentelijke administratie gelicht. Dat gaf wel gedeeltelijke bescherming, maar betekende ook geen bonkaarten en dus ook geen rantsoenen! In de zomer van ’43 werd ter aansterking van Marius en ter ontlasting van het gezin tijdelijk onderdak gevonden bij een boerengezin met een klein gemengd bedrijf. Al snel was duidelijk dat boerenknecht niet in de toekomstplanning paste. Helaas was er
na de zomer geen plek meer voor een extra mond op deze kleine boerderij.
Om toch enigszins aan de kost te komen “mocht” Marius flessen spoelen in de familie destilleerderij.
Uitbetaling in jenever bleek een uitstekend ruilmiddel om aan levensmiddelen te komen.Tijdens de grote razzia van Rotterdam in november ’44 heeft ons ere lid met wat geluk kunnen ontsnappen
en is bij familie ondergedoken gedurende 4 maanden en ook nu weer dankzij de jenever via de familie van eten voorzien. Dit was niet zijn eerste ervaring met razzia’s. Een jaar eerder kon hij ternauwernood
ontsnappen aan oppakken tijdens een razzia ter vergelding van de moord op de Nederlandse generaal b.d., Seyffardt, die met de Duitsers heulde. Ook toen moest “jongetje Witkamp” een tijdlang ondergronds wachten op betere tijden.
Na de bevrijding volgt een korte periode van dienst voor de geallieerden als bewaker enz. In september ’45 komt er een baantje vrij bij de familie destilleerderij. Door zelfstudie zijn zowel destilleren als administratie geleerd en is het bedrijfje op de been gehouden met de verkoop van drank. Uiteindelijk is Marius opgeklommen tot directeur. Na bijna 30 jaar diende zich een groot Engels bedrijf (Allied Breweries) aan dat expansie zocht op het vaste land. Op dat moment had dat bedrijf al brouwerijen in Rotterdam
(Oranje Boom Bier), Breda, nam de familie destilleerderij over en verplaatste deze activiteiten naar Etten Leur, waar ook een wijnbottelarij werd opgezet. Hier komt voor het eerst het woord WIJN op het C.V. van
Marius voor. Niet dat Marius er enig benul van had. Dat was kennelijk toen ook niet nodig. De tankauto’s wijn werden zodanig getrimd dat er geen troebeling of neerslagen in de fles kon ontstaan. Kwaliteit was minder belangrijk, de prijs voor de kruidenier des te meer. Marius werd ingezet voor de verkoop van jeneverproducten en tevens bedrijfsleider afdeling wijn met 3 sectoren, horeca, slijterijen en winkelverkoop. Bij de importeur werden planning van wijnbotteling en wijnbehandeling in de praktijk
geleerd. Echte wijnkennis werd pas opgedaan in september als Marius mocht mee proeven van de monsters die de inkopers meegebracht hadden na hun bezoek aan de wijnboeren. Pas toen werden namen van druiven en herkomstgebieden duidelijk! Het moederbedrijf bezat inmiddels 4 brouwerijen, 2 Whisky stokerijen, Port firma’s, rum destilleerderijen en 2 wijngaarden in Frankrijk.
Al proevende groeide de belangstelling voor smaken en wijnrassen, maar dat werd pas echt serieus na de pensionering (met 64!). Inmiddels in Reeuwijk wonende kwam Ton Rutten (onze eerste en lang enige
“wijnmeester”) voorbij, die bezig was met de oprichting van de afdeling Reeuwijk van het Nederlands Wijngilde. Pas toen kwam de echte diepgang. De technische behandeling van het product wijn, zodat het verhandelbaar blijft, was wel bekend maar de feitelijke kennis omtrent wijngaard, druif en wijn (kwaliteit) is pas op de afdeling Reeuwijk ontstaan. De kennis van wijnen ging met sprongen vooruit toen Marius als secretaris van de jonge “club” verslagen van het geproefde maakte en die aantekeningen steeds door oprichter / wijnmeester Ton Rutten werden gecorrigeerd.
Eenmaal in Reeuwijk en met een zee aan vrije tijd kwam de ervaring als boerenknecht toch nog van pas.
Als vrijwilliger heeft hij z’n handen laten wapperen ter behoud van de natuur in het plassengebied. Op datzelfde water kon je tot voor een paar jaar geleden Marius ook regelmatig roeiend tegenkomen. Tot de
komst van de pandemie had Marius een gym uurtje. Tot de dag van vandaag doet hij de meeste boodschappen nog zelf. Wel is er een lieve buurvrouw die zo nu en dan een maaltijd brengt. Dat wil niet
zeggen dat Marius niet voor zich zelf kan koken (eenvoudige pot in “eigen woorden”), maar het goede buur gebaar wordt vanzelfsprekend wel in dank aanvaard. Grootste verandering het afgelopen jaar: De oude
Volvo, die vele jaren op de stoep stond is verkocht (een liefhebber auto). Er werd te weinig gebruik van gemaakt (rijbewijs niet verlopen!). Uw secretaris wenst een ieder toe op dezelfde wijze als ons erelid oud
te mogen worden. Dan haal je betrekkelijk gemakkelijk de honderd schat ik!
Naschrift:

  • Je begrijpt nu beter waar het woord kruidenierswijn vandaan komt. Deze korte versie van Marius zijn levensloop laat mooi zien dat je nooit te oud bent om te leren (wijnproeven)!
  • De beperkingen die wij nu ondervinden als gevolg van de Corona pandemie zijn natuurlijk peanuts vergeleken met die van “jongetje Witkamp” (eigen bewoordingen van Marius) ten tijde van de bezetting.
    Even een vinger opsteken naar de overheid vroeg toen wat meer lef dan nu………

Opgetekend door Dirk de Jong (secr. NWG –