Masterclasses

Verzorgd door Gies Stolze en Fred Nijhuis

De feestelijke lustrumviering van het Wijngilde op 23 april j.l. in Amersfoort was wat mij betreft een doorslaand succes. En dit niet in de laatste plaats dankzij de Masterclasses Savoie, eigenzinnig rood en stijlvol wit en Italiaanse klassiekers, klaar voor de toekomst, die werden verzorgd door Fred Nijhuis en Gies Stolze. We proefden drie Franse en negen Italiaanse wijnen, een goede verdeling omdat Italië – naar mijn idee- bij deze masterclasses ook kwalitatief wat meer te bieden had dan de Savoie.

De Savoiewijnen hebben zeker een mooie frisheid met vaak een weldadig perenaroma en een mooi zuurtje, die met name de Yves Girard Madoux, Chignin-Bergeron  (wij proefden de 2019, de andere groep een Chignin-Bergeron van Claude Quenard 2016) tot een prima begeleider van tartiflette, raclette, maar ook forel maakt. Het was een uitstekend idee van Gies en Fred om deze wijnen, die je normaal niet zo gauw op tafel hebt, te laten proeven. De prijzen van de Savoie-wijnen zijn, in vergelijking met mooie wijnen uit andere gebieden, mijns inziens wel wat aan de hoge kant.

Italië is het land waar geen streek het zonder wijn moet stellen. Van het hoge noorden tot de zuidpunt van Sicilië leeft men voor, met en van wijn. Fantastisch is de wil en het vermogen van veel wijnmakers om van de gebaande paden af te wijken en te experimenteren buiten de vaak knellende D.O.C.(G)-voorschriften. Daardoor ontstonden wijnen, die aanvankelijk slechts een Vino da tavola en daarna toch nog een  Indicazione Geografica Tipica-kwalificatie kregen, zoals bijvoorbeeld de wijnen van de beroemde Tenuta San Guido, die ook de wonderbaarlijk mooie Sassicaia produceert.

Bij de masterclass proefden we een voorbeeld van zo’n IGT-wijn van goede kwaliteit. De Toscaanse Poggio Argentiera, Capatosta 2017, die door de toevoeging van de Alicantedruif aan de Sangiovese geen DOC(G) kon verwerven. Aan de smaak deed dit niets af. Wat mij betreft kwamen de twee topwijnen van deze proeverij echter uit een ander deel van Italië. In de eerste plaats de Cantine Sant ‘Agata, Pro Nobis, Ruche di Castagnolo DOC 2018 en als tweede de Bonfante, Albarossa, Piemonte DOC, 2015. 

Allebei dus uit de Piemonte, waarschijnlijk wel hét wijngebied van Italië, dat – zoals Fred aangaf- veel meer te bieden heeft dan de alombekende Barolo. De wijnen zijn er niet goedkoop (zo moet je – zoals we ook van Fred hoorden- voor een fatsoenlijke Barolo minstens 50 euro neertellen). Ook deze wijnen zijn aan de prijs – hoewel minder duur dan een Barolo – maar ik zou niet aarzelen ze te kopen.

Beide wijnen wat meer in detail:

Eerst de Cantine Sant ‘Agata, Pro Nobis, Ruche di Castagnolo DOCG 2018. Om met een recensent te spreken: op deze wijn moet je wel verliefd worden. Heel bijzonder is de Ruchè-druif in de wijn, die alleen in een paar dorpen rond Castagnolo wordt verbouwd. De wijn trakteert je op een breed scala aan smaken: aardbei, rode kers, zwarte peper, vijg en vanille. Een gemiddeld zuur- en tanninegehalte, dat gecombineerd met de smaakelementen een ‘blijmakend’ mondgevoel oplevert. Voor de prijs, die deze wijn in de handel kost (rond 18 euro) is dit een wijn, die zijn prijs zeker waard is.

Dan de Bonfante, Albarossa, Piemonte DOC, 2015. In de neus een fantastisch aroma van rijpe kersen, pruimen, bessen. Daarbij een wat kruidige hint. In je mond echt een explosie van fruit met aangenaam milde tannines. En wat een geweldige afdronk. Nog intensiever en gelaagder dan de Sant’ Agata, wat zich ook wel vertaalt in een wat ‘zwaarder’ prijskaartje. De wijn kost rond 37 euro.

Gies en Fred, bedankt voor deze ontdekkingsreis naar wijnen, die maar weer eens duidelijk maken waarom je graag een NWG-er wilt zijn.

Arjan Krijgsman, Wijngilde Amsterdam