ACOLON

NWG-ACOLON

                                                                ACOLON                                                                        1/2

INTRO:                                                                                                                              Op 14.09 is onze tweede fysieke proeverij volgens Corona reglement gehouden. Aanvankelijk stond Duitsland met 3 gebieden op het programma. Min of meer met het idee een soort competitie van deze gebieden te houden. Drie leden zouden wijnen inbrengen uit “hun” gebied. Baden door Jan Martijn, Franken door Tom  en Dirk zou de Nahe voor zijn rekening nemen. Tijdens het opstellen van de lijst te proeven wijnen bleek de aanvankelijke competitie gedachte steeds meer een kronkel te worden. Daarom is besloten om de opzet te veranderen en de wijnen te laten beoordelen op de verschillende vinificatie methodes. Steeds werden 3 wijnen tegelijk gepresenteerd. Bijvoorbeeld 3 Grauburgunders. Eén met uitsluitend RVS, één uit een groot vat met lang gist contact en eentje met barrique opvoeding. De laatste ronde was voor de ACOLON gereserveerd.

ACOLON: de naam doet lang niet bij iedereen een belletje rinkelen. Het is daarom wel goed om wat dieper in te gaan op deze “Neuzüchtung”  (nieuw ras) Eerst even een stukje historie: Deze rode druif is ontstaan uit een kruising (1972) van Blaufränkisch en Dornfelder. De BF is voor Oostenrijk een belangrijke kwaliteitswijn leverancier, die in Duitsland ook te boek staat als Lemberger, een “oud” Europees ras. Dornfelder daarentegen is een jong ras, puur “gemaakt” als kleur druif. Deze druif geeft zeer veel kleur en was als zodanig bedoeld om de wat blekere Duitse rode wijnen wat bij te kleuren. Dat de Dornfelder een “eigen leven” is gaan leiden en als mono cépage  behoorlijk succesvol zou worden was niet voorzien. Overigens heeft de Dornfelder ook al 25% Blaufränkisch in het sap, naast Portugieser, Trollinger (= Vernatsch) en Frühburgunder.                                                                                                                                                                                           Resultaat van deze kruising (BF x D): een vroeg rijpende druif, goed geschikt voor koele gebieden, met een redelijke ziekte resistentie, goede tannine en zuur structuur, maar bovenal intens van kleur. Bijna zwart! Na het opkweken van de zaailingen is de druif uitgezet in bijna alle Duitse wijngebieden. Per gebied 1 wijnboer. Pas in 2002, dus ruim 30 jaar later, is de  periode Versuchsanbau (= soort test periode) afgesloten en de druif definitief toegelaten voor “Qualitäts” wijn.  Momenteel staat er zo’n 500 ha beplant met Acolon, tendens stijgende (dat ondanks relatieve krimp areaal rood)!

                                                                                                                                Tijdens onze proeverij stonden er aanvankelijk 3 versies op tafel.                    Een traditioneel gemaakte 2015er Qualitätswein (Baden) van 10 jaar oude stokken. Daarna een Acolon RVS + 30 % “groot hout” na 10 dagen maische van 22 jaar oude stokken *) en tot slot een gerijpte Acolon, uit 2010  van toen 14 jaar oude stokken met 18 dagen maische en 18 maanden barrique (!) (beide Nahe). De eerste was feitelijk een halfdroge wijn. De slotconclusie was dat deze wijn zeer goed geaccepteerd zou worden door mensen die op voorhand droge rode wijn afwijzen. Diep donkere kleur nog veel zwart fruit in de neus en een evenwichtig, passend smaakpatroon, dat door een (voor ons) wat andere zoet / zuur balans de nodige spanning ontbeerde, maar gezien de leeftijd een prima glas wijn om “zomaar” koel te drinken. Een wijn zonder diepere gedachte maar gezien de prijs (€ 5.-) zeker de moeite van het proberen waard.                                                                                              De nummer 2 bracht duidelijk meer spanning ter tafel. Been droog , goede zuren en mooie rijpe tannines met een mooi portie zwart fruit en ook hier een prijs, die de zonde waard is ( € 6,-).                                                                     Met enige spanning (inzender) werd uitgekeken naar de oudste van het trio. Een 10 jaar oude wijn van een onbekende soort, gemaakt door een “Riesling” wijnboer. Een teleurstelling lag op de loer. De grote vraag was dan ook of deze soort kan ouderen? Het antwoord is een duidelijke JA! Natuurlijk spreken we hier over een gerijpte wijn. Nog veel kleur, het zwarte fruit gaat meer richting gedroogde pruimen. De tannines zijn zeer gepolijst. Storende ouderdoms tonen zijn er niet, wel is de spanning minder dan bij wijn 2 (gemaakt door de zoon, de huidige eerste man), door net iets minder strak droog en een half grammetje minder zuur en de rondere tannines. Maar qua prijs kwaliteit een uitstekende keuze met € 12.—als (actuele) inkoopprijs.  Omdat de verwachtingen voor nummer 3 niet al te hoog gespannen waren, was voor de zekerheid de jongste versie meegenomen als reserve proef wijn. Omdat we onze nieuwsgierigheid niet konden bedwingen is ook deze ter tafel gekomen als “toetje”. De barrique gerijpte Acolon 2018 (stokken ruim 20 jaar), been droog met een passend portie zuur, ietsje minder donker dan de voorgangers (10% Pinot Noir?) maar met zeer veel paars. Middel krachtig, zwart fruit in de neus en in de mond goed portie tannines, veel braam en een middellange passende afdronk. Hout en alcohol (13.5%) zijn goed verpakt in deze evenwichtige wijn.Prijs€9.80!!!                                                                                                                                     

                                                                                                                                          2 / 2 Opmerkelijk detail: normaal wordt een geringe bijmenging niet vermeld op het etiket. Hier staat de met slechts 10% vertegenwoordigde Pinot Noir expliciet vermeld op het etiket. Het vertrouwde moet hier het onbekende helpen?!

Conclusie: ACOLON heeft zeker een plaats in het areaal. Zeker in de “tafelranden”, de koelere wijngebieden. In handen van de juiste wijnboer kan je er veel kanten mee op. Van alledag wijn tot bewaarwijn!  

*) Het Wijngoed Honrath (Langenlonsheim) is éen van de eerste wijnboeren die de Acolon hebben mogen testen. Vandaar de leeftijd van de gebruikte stokken! Inmiddels is de Jongste generatie aangetreden op dit kleine familie bedrijf. Christian heeft door z’n goede contacten met leeftijdsgenoten van gerenommeerde Nahe bedrijven (Kruger Rumpf en Jakob Schneider) het bedrijf een kwaliteitssprong kunnen geven en staat inmiddels met 2 druiven in de Gault Millau. Naast de wijnbouw is er ook een gastenverblijf.

Naschrift:                                                                                                                        Het artikeltje over de Acolon toont eens temeer de lange weg die een “nieuw” druivenras te gaan heeft voordat het enigermate zijn potentie heeft kunnen tonen. Om nog maar niet te spreken over de tijd die nodig is om volledig geaccepteerd te worden als cépage wijn door  de consument.            Het heeft bijna 50 jaar geduurd om een areaal van 500 hectare te ontwikkelen. Het kruisen gebeurt nog steeds in ambachtelijk handwerk. De moderne genetische technieken zoals Crispr Cas zijn tot nu toe, door de complexe genetische opbouw, niet toepasbaar bij de druif. Het opkweken van een zaailing tot een productieve stok kost 3 á 4 jaar. Maar het kost zeker 10 jaar voor een druif z’n volle potentie kan tonen! Daarnaast moet elk nieuw ras nog een aantal handicaps overwinnen. De plek waar hij voor proef gezet wordt is nooit een top plek in de wijnberg. De wijnboer die het experiment aandurft moet nog leren omgaan met de druif. Hoe “moet” ie gesnoeid worden en wat is een kwalitatief optimale opbrengst? Wanneer is het juiste oogststadium? Hoe verloopt de vinificatie? Allemaal grote onbekenden! Het is dan ook mooi te zien dat hier een “jonge generatie Riesling” wijnboer er in slaagt een goed product in de markt te zetten.           Deze stenen op de weg zijn nog groter voor de zgn. PIWI’s, de schimmel resistente kruisingen. Die vinden naast de kweekproblemen ook nog de regelgeving en een zeer sceptische consument op haar pad. Terwijl juist deze nieuwe groep druiven waarschijnlijk onze redders zijn als het gaat om uit de greep van de schimmels en hun bestrijding te komen. Maar voor hier van een echte doorbraak sprake kan zijn, is vooral de houding van de “echte liefhebber” van cruciaal belang! Vragen? Mail gerust naar:  jong.oudewater@wxs.nl 

Dirk de Jong