Marijkes eigen kijk op wijn
door Marijke Kop (eindredacteur)

Natuurlijk weet ik dat een bepaald uniform taalgebruik, en de daarbij te hanteren begrippen, handig is bij het proeven en beoordelen van wijn. Je begrijpt elkaar beter en ontwikkelt een min of meer gelijk referentiekader. Zo voorkom je dat je compleet langs elkaar heen praat en het idee hebt dat je hetzelfde denkt over een bepaalde wijn. En dat idee dan toch niet waar blijkt te zijn.
Maar, zijn we daarin niet een beetje doorgeschoten? De vraag stellen is ‘m wat mij betreft bevestigend beantwoorden. Ja, ik denk dat we soms wat doorschieten. Aromawielen geven vaak een nauwkeurige beschrijving van aroma’s die te ruiken en te proeven zouden zijn in een wijn. Een nauwkeurigheid die in de praktijk bijna niet haalbaar is. Ik proef geen verschil tussen het sap en de schil van een citroen. Tenminste niet als ik wijn in mijn glas heb en geen citroensap. Hoe natte steen ruikt? Ik heb geen idee, laat staan dat ik weet hoe dat smaakt. Het onderscheid tussen de body van een wijn en diens smaakintensiteit vind ik een lastige. En ik denk dat ik niet de enige ben. In de praktijk zie je dan ook dat in plaats van de technische begrippen nogal wat vage termen gebruikt worden. Termen die weinig helderheid brengen, maar mij wel geholpen hebben aan de titel van deze column: bullshit jargon. Termen als ‘aroma’s van de oceaan’, ‘fruitige ondertonen’, ‘mineraliteit’, ‘elegant’ en ‘palet’.

Daarom op deze plaats een oproep aan ons, de wijnliefhebber, om ons weinig gelegen te laten liggen aan al te serieuze en minutieuze termen als we wijn proeven. Om ons ook te onthouden van al te vage omschrijvingen, maar vooral de nadruk te leggen op ontdekken, genieten en ervaringen uitwisselen.
En, nu we toch bezig zijn: dat we het nooit maar dan ook nooit over ‘wijntje’ hebben. Tenzij het een terrasproseccootje is, dan mag het weer wel !
Waarvan akte!