T26 Wijngilde Epe bezoekt Wijndomein De Langenberg “Le Berceau”

Het is begin juni 2023 als ik met Bert-Jan de Bondt over het door bomen omzoomde, licht-hellende stuk land achter zijn huis in Hattem (Gld) loop. Een week tevoren zijn daar 3.750 stuks mini-wijnstokjes gepland met een gps-gestuurde plantmachine. Deze kleine wijnstokjes zitten dan nog grotendeels verborgen in groene kunststof ‘rokjes ‘- een soort kokertjes – ter bescherming van de tere plantjes.  

Op het terrein is het op deze zonnige dag warm, waait het nauwelijks en trilt de lucht boven de aarde. ‘Dat is nou precies waarom dit zo’n goede plek is om wijn te verbouwen’, zegt Bert-Jan. ‘Beschut tegen de natuurlijke elementen zoals te veel en koude wind’.  Terwijl we verder over het land lopen vertelt Bert-Jan dat hij al jaren met het idee rondliep een wijngaard aan te planten, en dat de weg naar de uiteindelijke aanplant er een was van grondige voorbereiding.  

Denk hierbij onder andere aan een vergunning, een betere toegang tot het terrein en bodemonderzoek door het ‘Staatliches Weinbau Institut Freiburg’ (D) om te analyseren wat de samenstelling van de grond is en wat er aangevuld moet worden voor grondverbetering. Daarnaast welke druivensoorten het beste zouden kunnen gedijen in deze grond. ‘Voor een representatieve bodemanalyse moet je meerdere bodemmonsters nemen, vervolgens opsturen naar de intituut in Freiburg’, vertelt Bert-Jan. Het advies werd uiteindelijk Solaris, Regent, en Souvignier Gris. ‘Daarnaast moet je tevoren ook goed nadenken over het plan van aanpak en de uitvoering door het jaar heen. En Je hebt veel handen nodig voor onderhoud en de oogst bijvoorbeeld.’ 

Alvorens de kleine druivenstokjes de grond in gingen werd de grond verrijkt met maar liefst 80.000 kilo gefermenteerde paardenmest (Bokashi) en kalk. En is er een seizoen haver en rogge verbouwd. In de weken na het planten werden nog vele tussenpalen en eindpalen met grondankers geplaatst, 30 rijen van 125 meter lengte (totale oppervlakte wijngaard is 1,2 ha). Om vervolgens staaldraden – ruim 22,5 kilometer! – op vier verschillende hoogtes aan te brengen en op te spannen. Daarlangs gaan de druivenplanten groeien en naar het licht klimmen. 

De enten op de druivenstokjes zullen ontspruiten en het is de kunst om daarbij alles weg te wrijven, behalve die ene loot die direct verticaal naar het zonlicht groeit. Dit is een enorm karwei maar goed voor de ontwikkeling van de gaard.  

Hierna volgt een spannende periode; want voelt de druif zich thuis op de bodem om voldoende te gaan groeien? Is het weer goed genoeg om de groei te stimuleren? En ondertussen ligt het werk niet stil, de paden tussen de rijen moeten onkruidvrij blijven. De overbodige jonge loten, de zogenaamde diefjes, moeten van de kleine plantjes worden verwijderd. En de op de loer liggende meeldauw en insectenaanvallen moeten worden bestreden zodra deze toeslaan.  

Elke wijnstok in deze nieuwe Gelderse wijngaard wordt dagelijks scherp in de gaten gehouden en met toewijding verzorgd. De kans van slagen van een dergelijk groot project is hiervan dan ook grotendeels afhankelijk.